
RIDDERKERK – In verband met de verkeersveiligheid maait waterschap Hollandse Delta doorgaans de eerste strook van de wegberm. Zo heeft het verkeer meer overzicht en een uitwijkmogelijkheid. Maar het waterschap wil ook meer ruimte bieden voor de natuur. Daarom gaat Hollandse Delta de zogeheten ‘veiligheidsstrook’ in onder meer Zwijndrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en de Hoeksche Waard voortaan anders maaien.
In veiligheidsstroken langs waterschapswegen mag het gras in de eerste anderhalve meter van de berm niet hoger zijn dan 50 centimeter. Langs circa 500 kilometer van de belangrijkste verbindingswegen blijft dit zo. Langs 940 kilometer kleinere polderwegen en fietspaden wordt de veiligheidsstrook slechts een halve meter en langs 160 kilometer weg en fietspad wordt helemaal geen veiligheidsstrook meer gemaaid. Alleen bij kruispunten wordt wel gemaaid zodat de weggebruikers elkaar goed kunnen blijven zien.
Ecologisch beheer
Daarnaast vergroot het waterschap het aantal ecologisch beheerde bermen. Deze bermen worden één tot twee keer per jaar gemaaid en het gemaaide gras wordt afgevoerd. Zo kan de grond verschralen wat beter is voor de biodiversiteit. Ook de maaihoogte is er aangepast van 5 tot 10 naar 8 tot 12 centimeter.
Gefaseerd maaien
Het waterschap zegt ook gefaseerd te maaien. In 63 kilometer berm blijft daarbij 25% van het gras voortaan staan, met 200 meter afstand tussen de ongemaaide stukken. Dat is een afstand die insecten kunnen overbruggen. Door niet de hele berm te maaien maar bewust stukken over te slaan, kunnen insecten en kleine dieren zich verschuilen en hebben meer soorten planten een kans om te overleven.
Meer biodiversiteit
Heemraad wegen en groen, Henk van der Drift: “Uit onderzoek blijkt dat deze maatregelen de verkeersveiligheid niet in gevaar brengen. Moet toch de hele berm worden gemaaid? Laat het ons dan weten. Ga niet zelf maaien! Samen werken we aan meer ruimte voor de natuur, meer biodiversiteit en een betere ecologie in ons prachtige werkgebied in Zuid-Holland zuid.”
Bron: Hollandse Delta