Peter de Liefde spreekt iedere week een column uit op Papendrecht FM. Daarna wordt zijn column op de website gepubliceerd. De onderwerpen zijn zelden specifiek Papendrechts, en dus ook voor anderen interessant.
Onlangs schreef ik een liedtekst over een vrouw met een bepaalde taalstoornis. Na het eerste couplet van vier regels hing ik daar een zinnetje achteraan dat luidt ‘De Homoniemenziekte!’ en ik bedacht dat het wel aardig zou zijn als ik het hele lied vol zou houden om achter elk couplet zo’n klein regeltje te hebben zitten dat rijmt op ‘iekte.’ Ik ben er bij elkaar wel een uur of zes mee bezig geweest, met dat lied. Uiteindelijk heeft het acht coupletten. Naast homoniemenziekte eindigen ze op freakte, kriekte, piekte, gymnastiekte, paniekte en riekte. Bij dit soort klussen raadpleeg ik altijd Het Nederlands Rijmwoordenboek van Jaap Bakker. Dat is een pil van meer dan vijfhonderd pagina’s die voor schrijvers van cabaretliederen of plezierdichten geldt als de bijbel.
Vanmorgen las ik in de krant dat er een nieuwe editie uit is. Ongelooflijk om te lezen hoe fanatiek de samensteller weer naar nieuwe rijmvondsten op zoek is geweest. Hij checkt zelfs jarenlang nieuwe merknamen in supermarkten of autocatalogi om ze te kunnen opnemen in een nieuwe uitgave, die gemiddeld om de twaalf jaar verschijnt. Hij is dan als een kind zo blij met het nieuwe product pasta conchiglië want dan kun je eindelijk rijmen op Brazilië. Maar ook dat ie ‘Holland’s got talent’ kan toevoegen aan het rijtje met o.a. hellend, beknellend en onheilspellend.
Als je, zoals ik, een bepaalde licht obsessieve afwijking hebt, dan is het erg fijn om te ervaren dat er meer mensen zijn die er last van hebben. Niet zo zeer omdat gedeelde smart halve smart is, maar meer, vooral als blijkt dat het een min of meer herkenbare groep is, omdat je dan het gevoel hebt dat je ergens bij hoort. Nog fijner is het dat er in zo’n groep van patiënten een paar artiesten zitten die je bewondert, bijvoorbeeld Drs. P., Katinka Polderman of Kees Torn.
Die laatste bestond het om een lied te schrijven over Lingo-presentatrice Nance waarin achttien keer gerijmd wordt op haar voornaam. Dit is ook de enige rijmklank die in het lied voorkomt. Na twee coupletten krijg je al het gevoel dat het lied eigenlijk niet over Nance gaat maar over Kees zelf die zichzelf de zeer uitdagende taak oplegt om die ene rijmklank een heel lied vol te houden. Een mederijmneuroot als ik denkt dan, o ja, gelukkig, sommigen zijn nog gekker dan ik. En daar dan om glimlachen. Heerlijk.
Reageren kan via: peter.deliefde@rtvpapendrecht.nl.